ACTIVITEITEN EN TOERISME

 

Kerken en kapellen

De parochiekerk Saint-Michel is in de 18e eeuw gebouwd. Aan de zuidkant zijn twee traveeën van de zijbeuk ouder (einde 15e eeuw). Volgens Jean-Christophe Labadie dateert de kerk van voor de 17e eeuw en zou ze in de 17e en 18e eeuw vergroot zijn. In de kerk staat een 130 cm groot beeld van Sint-Michaël die de draak velt, van polychroom en verguld hout. Sint-Michaël is gekleed als een Romeinse centurio. Boven op de klokkentoren staat een Provençaalse smeedijzeren 'campanile'.

De Sint-Georgekapel staat midden in een pijnboombosje, in de buurt van Calavon, op 1 kilometer ten westen van Céreste. Deze kapel is in 2014 gevandaliseerd door mensen die uit waren op een schat. Uit onderzoek door de diensten van de Regionale directie voor culturele aangelegenheden (DRAC) is gebleken dat deze kapel uit een vroegere periode dateert.

De Notre-Dame-de-Pitiékapel is in de 15e eeuw gebouwd. In het centrum bevindt zich een romaanse kapel.

Op 3 kilometer van het dorp bevindt zich de priorij van Carluc waarvan een deel van de kapel op de monumentenlijst staat. Deze priorij viel onder de abdij van Montmajour. Rond de priorij is een middeleeuwse necropool te zien, deels in een rots en ondergronds (een galerij verbindt de necropool met de kapel).

 

Priorij van Carluc

Deze priorij ligt dicht bij de Via Domitia, in de Middeleeuwen bekend onder de naam via publica en vervolgens camin roumieu (weg naar Rome). Het was een van de grote etappeplaatsen op de weg van Spanje naar Italië via de Provence. Talrijke pelgrims en reizigers, aangetrokken door de reputatie van de oprichter die als een heilige werd beschouwd, bezochten deze plaats voor erediensten.

In de middeleeuwen was het wellicht al een eeuwenoude bidplaats. De priorij staat immers vlakbij een steile rots met daarin galerijen, grotwoningen en antropomorfistische graven aan de voet waarvan onder een zuilenpoort het water van de oude heilige bron opborrelt en verderop een forellenbeekje vormt.

 

Geografie

Céreste, beschut tegen de mistral, in het noorden door de monts du Vaucluse en in het zuiden door de Luberon, ligt op de grens tussen de Basse Provence en de Haute Provence, aan de vroegere via Domitia, op een hoogte van 370 meter, die in het westen tussen het rotsplateau van het dorp en de nauwe doorgang van de rivier afdaalt naar de vallei in de richting van Apt.
In het oosten steekt deze grote verkeersweg de hoogvlaktes over (die Jean GIONO zo dierbaar waren) waarover de winden van de Berg van Lure jagen en die veel steile dorpen tellen met uitzicht over het prachtige landschap van de Ubaye en in de richting van het nabije Italië.
Ten zuiden leiden spannende kronkelwegen naar de andere helling van de Luberon waar de plantengroei al mediterraan is. 
Céreste vervult deze rol als portaal en drempel van de Haute Provence al eeuwenlang.

 
Clocher_de_Céreste.JPG
Chapelle_Saint-Georges_de_Céreste.jpg
Chapelle_à_la_sortie_de_Céreste.JPG
 

De bruggen van Céreste

Dankzij de romaanse brug ten oosten van het dorp kon de Via Domitia de Aiguebelle oversteken, een zijrivier van de Encrême die op haar beurt een zijrivier is van de Calavon. Aan het einde van de 19e eeuw, tijdens werken aan de rijksweg 100 (RN 100) is de brug geëffend. Hij was 6,5 m breed en 36 m lang en had twee bogen van 6 m. De brug heeft twee bijzondere kenmerken: het fundament van dikke houwstenen, een van de zeldzame overgebleven romaanse continue fundamenten (148 m²) en de bogen. Het is namelijk een van de weinige oude bruggen met twee bogen, ja zelfs met een even aantal bogen. Van de brug die aan het einde van de 1e eeuw v.Chr. gebouwd is, zijn alleen nog de middenpijler en de toegangshellingen met hun muren van parement te zien.

De zogenaamd 'romaanse' pont de la Baou over de Encrême is gebouwd op de weg van Carluc en Reillanne. Het brugdek is 19 m lang en 3,95 m breed en wordt ondersteund door een segmentboog met een spanwijdte van 10,5 m en een hoogte van 4,5 m onder de sluitsteen. De rijweg is 3,15 m breed. Wat betreft de kwalificatie 'romaanse': volgens de archieven is de brug in 1740 gebouwd en in 1862 als romaanse brug op de monumentenlijst gezet. Hij is gebouwd op de plek van het oude wed over de Encrême. Vlakbij bevond zich waarschijnlijk de priorij van Saint-Vincent-du-Pont.

De brug van de Calavon was aanvankelijk (in de 18e eeuw) 60 m lang en 5,1 m breed en steunt op drie gelijke segmentbogen met een spanwijdte van 12,45 m. Hij is voorzien van driehoekige stroombrekers en achterhoofden met prismatische kappen. De uitstekende kraagstenen die tijdens het houwen van de stenen zijn uitgespaard als ondersteuning voor de boog zijn nog altijd te zien. Het brugdek is in de 20e eeuw overhangend verbreed.

 

Fauna aan de noordkant van de Luberon

Op de piedmontvlakte van het massief treft men insecten aan (sprinkhanen, bidsprinkhanen, cicaden), geleedpotigen zoals de grote duizendpoot en de grote gele schorpioen, allebei erg giftig, reptielen zoals de giftige aspisadder die echter bij het minste lawaai op de vlucht slaat, de trapslang, de hagedisslang, de hazelskink en de parelhagedis, de grootste hagedis van Europa die 90 cm lang kan worden.

Aan deze kant van de Luberon komen veel specifieke vogelsoorten voor: de merel, het roodborstje, het winterkoninkje (plaatselijk pétouse of in het Provençaals lou petouso genaamd), de vink, de Vlaamse gaai, de pimpelmees, de staartmees, de zwartkop en de sperwer die op de voorgaande vogelsoorten jaagt.

Naast deze voor de noordkant typische soorten zijn er ook heel wat vogels die de zuidkant hebben gekoloniseerd: enerzijds dagroofvogels zoals de slangenarend, de grootste roofvogel in de Luberon, de aasgier, de valk en de buizerd (allemaal bedreigde soorten), of nachtroofvogels zoals de oehoe, de ransuil, de dwergooruil en de bosuil.

Vaak ontmoet men er ook zoogdieren zoals het wilde zwijn, de das, een uitstervende diersoort, de rode vos, de eekhoorn en knaagdieren waaronder het kleinste zoogdier ter wereld, de wimperspitsmuis.

 
 
velo_ballade.jpg

Geologie

Céreste is bekend voor zijn kalkrotsen die te danken zijn aan de aanwezigheid van water duizenden jaren geleden: toen het zich teruggetrokken heeft, heeft het verschillende sedimentlagen achtergelaten waarop het dorp gebouwd is.

Op wandelingen komt u kalksteen in diverse vormen tegen: de witte kalksteen van de Grand Luberon, kalksteenplaatjes e.d. Deze steen is een van de geografische elementen van de regio.

 

Op de fiets

Fietsgeluk, dat beleeft u in de Luberon!

Uitstapjes, rondritten, fietstochten... Rond Céreste en door de ongerepte landschappen en dorpen op rotsen in het Parc du Luberon kan iedereen van een of andere vorm van fietsen genieten, als beginnend amateur of als sporter.

De ronde van de Luberon per fiets is 236 kilometer lang met weinig hoogteverschil en gaat grotendeels over fietspaden of beschermde paden. De gasten kunnen fietsen lenen en kunnen tips krijgen voor routes, inclusief een kaart en ideeën voor etappeplaatsen. Een voorbeeld:

http://www.af3v.org/-Fiche-VVV-.html?voie=145

 

In de buurt van Céreste